Laaggeletterdheid is een term voor mensen die grote moeite hebben met lezen, schrijven en/of rekenen. Mensen die laaggeletterd zijn, zijn geen analfabeten. Ze kunnen wel lezen en schrijven, maar beheersen niet het eindniveau vmbo of niveau mbo-2/3.
Mensen die laaggeletterd zijn hebben onder meer moeite met:
- Formulieren invullen (zorgtoeslag, belasting, etc.)
- Straatnaamborden lezen, reizen met openbaar vervoer
- Voorlezen aan (klein)kinderen
- Pinnen en digitaal betalen
- Solliciteren
- Begrijpen van informatie over gezondheid en zorg (gezondheidsvaardigheiden)
- Werken met de computer
bron: http://www.lezenenschrijven.nl
Tips
Ontwerpen voor inclusie met laaggeletterden
Tips voor inclusive design met laaggeletterden, over: gebruik van digitale middelen, communicatie, werven, uitvoeren methode, belonen voor deelname en tenslotte: analyse.Omgaan met deelnemers
Bij inclusive design worden vertegenwoordigers van de doelgroep, samen met andere stakeholders, betrokken in het ontwerpproces, zowel bij het ontwerpen als bij het (tussentijds) evalueren. De omgang met deelnemers is daarbij van groot belang, en uit zich in het proces en de setting, je houding en gedrag en de gebruikte gesprekstechnieken.Maken van notities
Notities zijn vaak een aanvulling op andere vormen van vastleggen van informatie. Bedenk vooraf welke informatie je op welke manier wilt vastleggen. Bedenk of je een notitiestructuur wilt hanteren of dat je dit open wil laten. Het is vaak handig om iemand specifiek de rol van notulist te geven, zeker als er meerdere deelnemers zijn.Evalueren met deelnemers en projectteam
Het is belangrijk om deelnemers de mogelijkheid te geven hun ervaringen over deelname te delen. Dit geeft inzicht in wat goed ging en als prettig werd ervaren door de deelnemers bij het uitvoeren van de methode of wat de volgende keer anders of beter zou kunnen.Vaardigheden
Ruimtelijke oriëntatie
- Het openingsscherm moet een startpagina of portaal zijn naar de aangeboden diensten.
- Het scherm moet veel gebruikte taken en vragen van gebruikers aanbieden.
- Gebruik zo veel mogelijk lineaire informatiepaden (zo min mogelijk hiërarchische).
- Beperk het aantal schermen en stappen die nodig zijn om een taak uit te voeren.
- Het moet altijd duidelijk zijn wat er al gedaan is en wat er nu moet gebeuren.
- Geef duidelijk aan waar de gebruiker zich bevindt in een menu of in de site.
Aanraders
- Als de interactie in aparte pagina’s opgebroken is, moeten gebruikers wel kunnen bijhouden wat ze aan het doen zijn, zodat ze niet verdwalen in het proces.
- Bied een voortgangsindicatie aan om de voortgang van de gebruiker door een proces van meerdere pagina’s aan te geven.
- Bied toegang tot de zoekhistorie, om te voorkomen dat gebruikers zich verliezen in detail, of blijven hangen in een ongewenst pad. Reeds gemaakte keuzes en doorlopen paden in een menu moeten ook duidelijk zijn.
- Gebruik een aansprekende navigatiemetafoor, bijvoorbeeld van pagina’s in een boek, of een ruimte binnengaan of verlaten.
- Gebruik een kaart of plattegrond om de gebruiker te helpen een locatie aan te duiden. Bied daarnaast ook de mogelijkheid om de locatie in tekst in te voeren.
- Gebruik speciale navigatieknoppen voor terug, verder, herstel. De volgorde van knoppen moet de opeenvolgende acties weerspiegelen. De knop voor de laatste actie moet zo ver mogelijk rechts of beneden staan.
- Gebruik standaard hyperlinks.
- Geef navigatie-informatie steeds op dezelfde plek.
- Maak het gemakkelijk om terug te keren naar het hoofdmenu en naar eerdere pagina’s.
- Zorg ervoor dat navigatie-informatie consistent en eenvoudig is.
Afraders
- Gebruik geen pop-ups, nieuwe vensters en roll-overs.
- Vermijd zoveel mogelijk terug-navigatie, want dit kan verwarrend zijn (bijvoorbeeld maar sta maar één stap toe).
- Vermijd verwijzingen naar andere secties op de pagina of andere pagina’s.
- Vermijd shortcuts in een menu. Als je wel een shortcut gebruikt, leg dan de betekenis ervan uit.
- Beperk het aantal speciale navigatieknoppen.
Aandacht en focus
- Zorg ervoor dat het scherm een rustige uitstraling heeft.
- Toon niet te veel informatie tegelijkertijd, bied het alleen aan op het moment dat het relevant is.
- Kies een titel (en eventueel een subtitel) die het onderwerp van de tekst weergeeft. Gebruik kopjes om de aandacht te vestigen op belangrijke punten en om de inhoud samen te vatten.
- Gebruik visuele middelen, zoals kleur, om belangrijke delen van de informatie aan te duiden. Hierdoor kan de gebruiker de informatie ook beter onthouden.
- Geef notificaties aan gebruikers over binnenkomende boodschappen, aankondigingen, alarmen, feedback over gebruikersacties, status van een proces en foutmeldingen. Deze moeten op natuurlijke wijze de aandacht trekken, zonder dat de gebruiker dit heeft hoeven aanleren.
- Maak het heel vanzelfsprekend dat gebruikersinput wordt verwacht, bijvoorbeeld door animaties, knipperen, ontwerp van knoppen en invoervelden.
Aanraders
- Gebruik veel witte ruimte en kleur om de aandacht te trekken.
- Maak een goed onderbouwde keuze voor het gebruik van presentatie-modaliteiten.
- Gebruik een enkele kolom voor de inhoud.
- Als een boodschap urgent is of een directe actie vergt, moet het systeem de aandacht trekken van de gebruiker, bijvoorbeeld door visuele effecten (flikkeren) of geluidssignalen.
- Gebruik bij een complexe boodschap een tekstveld. Overweeg om die automatisch voor te laten lezen (spraaksynthese).
- Gebruik voor eenvoudige, korte berichten, bij voorkeur een audio-notificatie. Audio is minder afleidend en onderbreekt niet de gebruikersacties.
- Maak de fysieke afstand tussen gerelateerde teksten en objecten zo klein mogelijk, plaats bijvoorbeeld tekst op knoppen en vragen dicht bij de antwoordopties.
- Presenteer de resultaten van gebruikersacties binnen het huidige aandachtsgebied van de gebruiker (bijvoorbeeld direct rechts van of beneden het invoerveld).
Afraders
- Gebruik geen afleidende functies, tekst of afbeeldingen.
- Vermijd lange lijsten door informatie in kaders samen te brengen.
- Vermijd advertenties, pop-ups of links naar andere pagina’s.
- Realiseer je dat multimodale informatie niet altijd beter begrepen wordt.
- Vermijd achtergrondgeluid en plaatjes die afleiden, gebruik ze wel als je de aandacht van de gebruiker wil vangen.
- Verdeel de tekst die bij elkaar hoort niet voer verschillende schermen.
Geheugen
- Zorg ervoor dat gebruikers geen informatie (termen of getallen) hoeven te onthouden.
- Gebruik visuele middelen, zoals iconen en kleuren, als een geheugensteuntje (bijvoorbeeld voor relaties tussen categorieën, of om stappen in een proces aan te duiden, bijvoorbeeld bij instructies).
- Sta toe dat gebruikers terug kunnen gaan naar een vorig scherm (vermijd echter de mogelijkheid om meer stappen terug te gaan).
- Zorg voor voorspelbaarheid van informatiepresentatie en bediening.
- Zorg ervoor dat titels, kopjes en pagina’s ook betekenis hebben buiten de context. Elk onderdeel moet zo veel mogelijk op zichzelf kunnen staan.
- Geef de gebruiker direct feedback over een actie.
- Bied toegang tot de zoekhistorie, om te voorkomen dat gebruikers zich verliezen in detail, of blijven hangen in een ongewenst pad.
Aanraders
- Herhaal informatie van andere schermen, zodat gebruikers geen informatie hoeven te onthouden.
- De schermopbouw (zoals de locatie en het ontwerp van informatie, iconen en knoppen) moet consistent zijn.
- Plaats plaatjes altijd op dezelfde locatie, zodat ze gemakkelijk terug te vinden zijn (position recall).
- Gebruik bekende kleuren, iconen en andere grafische elementen (zoals knoppen). De vorm moet de functie uitdrukken.
- Iconen moeten makkelijk te onthouden zijn, een naam kunnen krijgen en zo concreet zijn dat gebruikers er met elkaar over kunnen spreken.
- Maak een logisch verband tussen een vraag of instructie en de antwoordmogelijkheden. Herhaal de vraag in de antwoorden.
- Als informatie over de gebruiker al bekend is, moet het systeem automatisch de bijbehorende velden invullen.
- Bedenk dat het voor sommige gebruikers lastig is om de betekenis van geluidssignalen te onthouden, overweeg om korte gesproken boodschappen te gebruiken.
Afraders
- Verwijs niet naar informatie die ver weg staat in de tekst.
- Ga er niet vanuit dat gebruikers een groot aantal iconen kunnen onthouden. Gebruik ze met mate, vooral voor basiscommando’s en navigatie.
- Zorg ervoor dat gebruikers geen informatie verliezen die ze eerder hebben ingevoerd, als ze naar een andere pagina gaan.
- Beperk het aantal opties dat wordt voorgelezen in een spraakinterface. Geef de gebruiker de mogelijkheid om tussentijds al een keuze te maken of om opties als voorkeuren aan te merken.
Visuele perceptie
- Zorg ervoor dat het scherm een rustige uitstraling heeft.
- Gebruik een groot contrast tussen voorgrond en achtergrond, om het gemakkelijker te maken elementen te onderscheiden.
- Gebruik visuele middelen om belangrijke elementen te benadrukken.
- Plaats elementen die bij elkaar horen dicht bij elkaar.
Aanraders
- Gebruik een groot font voor de tekst.
- Maak knoppen duidelijk herkenbaar (bijvoorbeeld door het contrast met de achtergrond te vergroten of schaduw te gebruiken).
- Als een knop is geactiveerd moet dit duidelijk visueel worden weergegeven.
- Plaats tekst dicht bij de bijbehorende knop, vragen dicht bij de antwoorden.
- Plaatjes moeten een duidelijke lijnvoering en contrast hebben.
- Plaats plaatjes altijd op dezelfde locatie, zodat ze gemakkelijk terug te vinden zijn (position recall).
- Gebruik schaduw en kleurnuances om dunne of platte objecten weer te geven.
Taalvaardigheid
- Structureer informatie in kleine brokken. Hoe meer gestructureerd een document is, hoe beter het is te begrijpen, voeg ook een visuele structuur toe aan het document.
- Gebruik eenvoudige taal.
- Gebruik iconen bij tekst, ze moeten concreet zijn en laten zien hoe je iets moet doen, gebruik bijvoorbeeld een animatie.
- De zoekfunctie moet een centrale plaats in het systeem hebben.
Aanraders
- Gebruik paragrafen om de structuur van de tekst duidelijk te maken.
- Gebruik kopjes die het onderwerp van de paragraaf weergeven.
- Tabellen kunnen helpen om tekst kort samen te vatten, wat beter te begrijpen kan zijn dan volledige paragrafen.
- Maak het heel duidelijk dat de gebruiker bepaalde functionaliteiten kan gebruiken en maak duidelijk wat ze betekenen.
- Wees consistent in het ontwerp en locatie op het scherm van informatie, instructies en knoppen.
- Maak het eenvoudiger voor gebruikers om content te zien en te horen, bijvoorbeeld door voorgrond en achtergrond goed van elkaar te onderscheiden.
- Orden resultaten zodanig dat de meest gewenste keuzes bovenaan staan.
- Hyperlinks moeten consistent worden gepresenteerd.
- Sla antwoorden van gebruikers op vragen op.
- Gebruik korte, maar volledige zinnen in gesproken berichten. Verwijs niet naar abstracte concepten.
- Als een gebruiker een gesproken tekst heeft gedicteerd, moet deze de mogelijkheid krijgen om fouten in de herkende tekst te herstellen, door woorden opnieuw te dicteren, een keuze te maken uit een lijst van mogelijke correcte woorden, of zijn eigen stem op te nemen.
- Bied de mogelijkheid aan om verschillende talen te kiezen, of de tekst te vertalen.
Afraders
- Vermijd de noodzaak om te scrollen.
- Vermijd lange opsommingen. Gebruik bullets, streepjes of nummers voor korte opsommingen.
- Hyperlinks middenin een tekst kunnen verwarrend zijn. Overweeg om ze als een lijstje aan het eind van de tekst op te nemen.
Rekenen
- Vermijd dat de gebruiker zelf moet rekenen of berekeningen moet interpreteren
- Geef hoeveelheden weer door middel van grafische elementen.
Aanraders
- Gebruik discrete schalen met absolute getallen, geen continue schalen (bijvoorbeeld een schaal met rapportcijfers 1 tot 10)
- Schrijf cijfers in nummers, behalve als het om een groot aantal gaat (bijvoorbeeld 4 miljoen).
Afraders
- Gebruik geen lange cijfers of cijfers met decimalen.
- Vraag liever niet naar een ingewikkeld exact getal (bijvoorbeeld vraag of de bloeddruk hoog is, in plaats van een exacte waarde).
Cognitieve snelheid
- De gebruiker moet zelf de snelheid van de interactie kunnen bepalen, pauze kunnen nemen en stoppen.
Aanraders
- Geef gebruikers voldoende tijd om informatie te lezen, te verwerken en te gebruiken.
- Geef gebruikers voldoende tijd om tekst in te voeren en te corrigeren.
- Sta toe dat gebruikers terug kunnen gaan naar een vorig scherm.
Afraders
- Toon niet te veel informatie tegelijkertijd, bied het alleen aan op het moment dat het relevant is.
- Vermijd een indicatie van voortgang of een time-out; dit geeft te veel druk voor de gebruiker en leidt af van de taak.
- Ga niet automatisch door naar een volgend scherm. Geef gebruikers zelf de controle hierover.
Leren
- Bied ondersteuning aan in de vorm van hulppagina’s, tool tips en tutorials.
- Bied animaties en tips aan om onervaren gebruikers uit te leggen hoe de applicatie te gebruiken. Een hulpfunctie helpt om de taak sneller uit te voeren. Daarnaast is het een bron van geruststelling, en vermindert het onzekerheid en verwarring bij de gebruiker.
- Bied een beknopte tutorial aan, om uit te leggen wat het systeem kan en hoe de interface te bedienen. Deze moet ook uitleg geven over gebruikte bedieningselementen en terminologie.
- Een virtueel karakter (avatar) die instructies geeft over hoe het systeem te bedienen geeft een persoonlijkheid aan het systeem.
- Hulp moet geïntegreerd zijn in de gebruikersinterface, bijvoorbeeld door middel van hints, visuele instructie en/of animaties.
- Het systeem moet de gebruiker stimuleren om de interface te exploreren en vertrouwd te raken met de mogelijkheden.
- Geef direct visuele en auditieve feedback als een gebruikersactie is geaccepteerd door het systeem, om de gebruiker gerust te stellen en aan te moedigen.
Aanraders
- Als het om een complexe taak gaat, moeten gebruikers hierover vooraf al uitleg kunnen krijgen.
- Spraak is geschikt om persoonlijk contact met de gebruiker te krijgen. Als het mogelijk is, spreek de gebruiker dan direct aan (gebruik de naam van de gebruiker).
- Bied hulp aan op alle schermen. Overweeg om een virtueel karakter dat gesproken uitleg kan geven op elk scherm te plaatsen.
- Als een gebruiker een tijd niets heeft gedaan, bied dan suggesties of hints over wat de gebruiker zou kunnen doen.
- Bied de mogelijkheid aan om met een menselijke helpdesk in contact te komen, bijvoorbeeld telefonisch.
- De interface moet visueel boeiend en aantrekkelijk zijn, om gebruikers over hun angst voor technologie heen te laten komen.
Afraders
- Instructies moet niet alleen uitleggen wat te doen, maar ook hoe het te doen.
Problemen oplossen
- Probeer om fouten te vermijden. Zorg ervoor dat incorrecte invoer onmogelijk wordt gemaakt.
- Als fouten toch voorkomen moet het systeem begeleiding en hulp geven. Leg de fout duidelijk uit en begeleid de gebruiker bij wat vervolgens te doen.
- Als een fout niet hersteld kan worden, laat dan zien wat de consequentie is.
Aanraders
- Waarschuw gebruikers als een actie potentieel serieuze consequenties kan hebben, zoals het verwijderen van een bestand.
- Bied altijd een ‘undo’-functie aan om een fout te herstellen.
- Geef eenvoudige, duidelijke instructies om invoer van gebruikers te corrigeren.
- Plaats foutmeldingen bij het relevante veld.
- Geef regelmatig een tussentijds overzicht, zodat fouten in een vroeg stadium geïdentificeerd en gecorrigeerd kunnen worden.
Afraders
- Voorkom dat gebruikers terug moeten gaan om een fout te herstellen.
Auditief begrip
Aanraders
- Bedenk dat het voor sommige gebruikers lastig is om de betekenis van geluidssignalen te onthouden, overweeg om korte gesproken boodschappen te gebruiken.
- Spraak is geschikt om persoonlijk contact met de gebruiker te krijgen. Als het mogelijk is, spreek de gebruiker dan direct aan (gebruik de naam van de gebruiker).
- Bied de mogelijkheid aan om met een menselijke helpdesk in contact te komen, bijvoorbeeld telefonisch.
- Gebruik korte, maar volledige zinnen in gesproken berichten. Verwijs niet naar abstracte concepten.
Afraders
- Beperk het aantal opties dat wordt voorgelezen in een spraakinterface. Geef de gebruiker de mogelijkheid om tussentijds al een keuze te maken of om opties als voorkeuren aan te merken.
Motivatie
- Het systeem moet de gebruiker stimuleren om de interface te exploreren en vertrouwd te raken met de mogelijkheden.
- Het systeem moet vertrouwen wekken: bied hulp aan en zorg voor privacy.
- Het systeem moet altijd geruststellende en bemoedigende feedback geven.
- Zorg ervoor dat de inhoud relevant, begrijpelijk en vertrouwenwekkend is, en in een handige en aantrekkelijke vorm is gepresenteerd.
Aanraders
- Stimuleer dat gebruikers trots zijn dat ze iets bereikt hebben of voor elkaar hebben gekregen.
- Gebruik iconen om de acceptatie van de interface te vergroten en gebruikers te motiveren door te gaan met de taak.
- Foutmeldingen moeten zo veel mogelijk verklarend zijn, gebruikers vertellen wat ze fout hebben gedaan en hoe ze het probleem moeten oplossen.
- Maak het mogelijk om naar een andere pagina te navigeren zonder ingevoerde data te verliezen (via een terugknop of via de browser).
- Bied een voortgangsindicatie aan om de voortgang van de gebruiker door een proces van meerdere pagina’s aan te geven.
- Bied een ‘escape’ of ‘stop’- knop aan, die het mogelijk maakt om altijd te stoppen.
- Plaats de belangrijkste informatie altijd bovenaan, omdat gebruikers vaak snel stoppen met lezen.
- Suggereer dat gebruikers de hulp van anderen kunnen inroepen om het systeem te bedienen.
- Betrek eindgebruikers bij het samenstellen van de inhoud.
Afraders
- Voorkom frustratie bij gebruikers.
- Vermijd tekst met lange paragrafen, een korte regelafstand, lange pagina’s die je moet scrollen, veel getallen, moeilijke lange of onbekende woorden, en tekst tussen haakjes.
- Vraag niet onnodig om persoonlijke informatie.
Self-efficacy
- Het systeem moet altijd geruststellende en bemoedigende feedback geven.
- Geef notificaties aan gebruikers over binnenkomende boodschappen, aankondigingen, alarmen, feedback over gebruikersacties, status van een proces en foutmeldingen. Deze moeten op natuurlijke wijze de aandacht trekken, zonder dat de gebruiker dit heeft hoeven aanleren.
- Bied hulp en documentatie aan, die kort is, makkelijk doorzoekbaar, en in begrijpelijke taal geschreven.
Aanraders
- Maak een duidelijk onderscheid tussen normale meldingen en foutmeldingen.
- Laat het verschil zien tussen fouten veroorzaakt door de gebruiker en door het systeem.
- Bied automatische ondersteuning, zoals automatische tekstcorrectie, -suggesties of -aanvullingen van woorden.
- Geef de gebruiker voldoende tijd om tekst in te voeren en te corrigeren.
- Maak het mogelijk om naar een andere pagina te navigeren zonder ingevoerde data te verliezen (via een terugknop of via de browser).
- Feedback moet helpen om het systeem conceptueel te begrijpen, en de mogelijkheid bieden om dingen uit te proberen zonder nadelige consequenties.
Afraders
- Maak instructies niet moeilijk en lang. Gebruik geen moeilijke woorden.
Angst voor technologie
- Spraak is geschikt om persoonlijk contact met de gebruiker te krijgen. Als het mogelijk is, spreek de gebruiker dan direct aan (gebruik de naam van de gebruiker).
- Bied hulp aan op alle schermen. Overweeg om een virtueel karakter dat gesproken uitleg kan geven op elk scherm te plaatsen.
- Zorg ervoor dat de inhoud relevant, begrijpelijk en vertrouwenwekkend is, en in een handige en aantrekkelijke vorm is gepresenteerd.
Aanraders
- Bied de mogelijkheid aan om tekst in te spreken en te herkennen.
- Geloofwaardigheid is belangrijk. Gebruik lokale taal en inhoud en zelfs lokale acteurs en stemmen.
- Zorg ervoor dat inhoud gemakkelijk te relateren is aan gebruikers en hun leven.
- Bied de mogelijkheid aan om met een menselijke helpdesk in contact te komen, bijvoorbeeld telefonisch.
- Gebruik iconen om de acceptatie van de interface te vergroten en gebruikers te motiveren door te gaan met de taak.
- Maak knoppen duidelijk herkenbaar als knoppen.
- Gebruik bekende iconografie voor knoppen, zoals universele verkeersaanduidingen en metaforen. Knoppen moeten altijd een label hebben.
Afraders
- Realiseer je dat het lastig is voor de gebruiker om fouten in de herkende spraak te ontdekken en te corrigeren.
Denken (redeneren)
- Categoriseer elementen op basis van een uniek kenmerk (waar wordt het voor gebruikt) of een situationeel kenmerk (waar wordt het gebruikt), wat betekenis heeft voor de gebruiker.
- Menu-opties moeten tot dezelfde klasse behoren.
- Gevolgen van keuzes moet duidelijk gemaakt worden.
- Keuzemenu’s moeten een consistent formaat hebben. Bied bijvoorbeeld knoppen aan met plaatjes en korte teksten voor elke categorie of commando.
- Gebruik animaties om concepten die te maken hebben met tijd, processen, verhalen en oorzaak/effect-relaties over te brengen.
- Elk scherm moet zo veel mogelijk dezelfde opbouw hebben.
- Bied voldoende aanwijzingen en hulp als onverwachte gebeurtenissen optreden die de normale gang van zaken verstoren.
Aanraders
- Geef concrete voorbeelden bij abstracte informatie.
- Plaats objecten en teksten die bij elkaar horen dicht bij elkaar.
- Gebruik afbeeldingen om relaties tussen objecten weer te geven.
- Afbeeldingen moeten passen bij de wereld van de gebruiker (let bijvoorbeeld op diversiteit in etniciteit, leeftijd, sociale status, zonder stereotypen te gebruiken).
- Maak het mogelijk voor de gebruiker om zelf data ruimtelijk te ordenen (bijvoorbeeld samenbrengen van eerder gebruikte documenten).
- Plaats de meest populaire opties of nieuw beschikbare opties in een menu bovenaan.
- Maak gebruik van geneste categorieën, zodat de gebruiker steeds maar uit een beperkte lijst met opties hoeft te kiezen.
- Gebruik visuele middelen, zoals grote iconen en kleurcodering, als een geheugensteuntje voor relaties tussen categorieën.
- Maak een logisch verband tussen een vraag of instructie en de antwoordmogelijkheden. Herhaal de vraag in de antwoorden.
- Plaats afbeeldingen in een natuurlijke, logische volgorde.
- Help gebruikers om niet te verdwalen in hun proces, gebruik eenvoudige reminders.
Afraders
- Gebruik geen alfabetische ordening van elementen (die is nietszeggend voor laaggeletterden).
- Let er op dat afbeeldingen niet kinderachtig zijn.
- Forceer gebruikers niet om data in een voorgeschreven formaat (bijvoorbeeld een lijst) te ordenen.
- Beperk het aantal opties in een menu.
- Vermijd menu’s waar scrollen voor nodig is, omdat opties dan verborgen zijn.
- Gebruik zo min mogelijk menu-hiërarchieën.
- Vermijd onnodige stappen in een proces.
- Als de gebruiker gegevens invoert, ververs dan niet de pagina, zodat de locatie van het invoerveld verandert.