Mensen in gebruiks­situaties van technologie

Voor alle mensen geldt dat ze In bepaalde situaties het moeilijk kunnen vinden om gebruik te maken van technologie, omdat bepaalde gebruikelijke interactiemogelijkheden onmogelijk of lastig zijn.

Wel leuk die voorleessoftware, maar iedereen kan meeluisteren

John, 55

iedereen in Nederland heeft dagelijks te maken met lastige gebruikssituaties van technologie. Dat zijn ruim 17 miljoen mensen.

Voor alle mensen geldt dat ze In bepaalde situaties het moeilijk kunnen vinden om gebruik te maken van technologie, omdat bepaalde gebruikelijke interactiemogelijkheden onmogelijk of lastig zijn. Bijvoorbeeld:

  • Je bent al met een andere primaire taak bezig (zoals telefoneren tijdens het autorijden).
  • De fysieke omgeving maakt de gebruikelijke interactie lastig, bijvoorbeeld vanwege lichtomstandigheden of omgevingsgeluid. Het kan dan bijvoorbeeld moeilijk zijn om de informatie op een beeldscherm te zien, of te verstaan wat in een gesproken melding gezegd wordt.
  • De sociale omgeving maakt de gebruikelijke interactie lastig, bijvoorbeeld vanwege de aanwezigheid van andere mensen. In zo’n situatie kan bijvoorbeeld bij gesproken invoer de privacy in gevaar komen.

Om problemen in dergelijke situaties te voorkomen moet het systeem alternatieve mogelijkheden voor interactie bieden.

Tips

Omgaan met deelnemers

tip.description: Bij inclusive design worden vertegenwoordigers van de doelgroep, samen met andere stakeholders, betrokken in het ontwerpproces, zowel bij het ontwerpen als bij het (tussentijds) evalueren. De omgang met deelnemers is daarbij van groot belang, en uit zich in het proces en de setting, je houding en gedrag en de gebruikte gesprekstechnieken.

Maken van notities

tip.description: Notities zijn vaak een aanvulling op andere vormen van vastleggen van informatie. Bedenk vooraf welke informatie je op welke manier wilt vastleggen. Bedenk of je een notitiestructuur wilt hanteren of dat je dit open wil laten. Het is vaak handig om iemand specifiek de rol van notulist te geven, zeker als er meerdere deelnemers zijn.

Evalueren met deelnemers en projectteam

tip.description: Het is belangrijk om deelnemers de mogelijkheid te geven hun ervaringen over deelname te delen. Dit geeft inzicht in wat goed ging en als prettig werd ervaren door de deelnemers bij het uitvoeren van de methode of wat de volgende keer anders of beter zou kunnen.

Vaardigheden

Visuele perceptie

  • Zorg ervoor dat het scherm een rustige uitstraling heeft.
  • Gebruik een groot contrast tussen voorgrond en achtergrond, om het gemakkelijker te maken elementen te onderscheiden.
  • Gebruik visuele middelen om belangrijke elementen te benadrukken.
  • Plaats elementen die bij elkaar horen dicht bij elkaar.

Aanraders

  • Gebruik een groot font voor de tekst.
  • Maak knoppen duidelijk herken­baar (bij­voor­beeld door het contrast met de achtergrond te vergroten of schaduw te gebruiken).
  • Als een knop is geactiveerd moet dit duidelijk visueel worden weer­gegeven.
  • Plaats tekst dicht bij de bijbehorende knop, vragen dicht bij de ant­woorden.
  • Plaatjes moeten een duidelijke lijnvoering en contrast hebben.
  • Plaats plaatjes altijd op dezelf­de locatie, zodat ze gemak­kelijk terug te vinden zijn (position recall).
  • Gebruik schaduw en kleurnuances om dunne of platte objecten weer te geven.

Aandacht en focus

  • Zorg ervoor dat het scherm een rustige uitstraling heeft.
  • Toon niet te veel informatie tegelijkertijd, bied het alleen aan op het moment dat het relevant is.
  • Kies een titel (en eventueel een subtitel) die het onderwerp van de tekst weergeeft. Gebruik kopjes om de aandacht te vestigen op belangrijke punten en om de inhoud samen te vatten.
  • Gebruik visuele middelen, zoals kleur, om belangrijke delen van de informatie aan te duiden. Hierdoor kan de gebruiker de informatie ook beter onthouden.
  • Geef notificaties aan gebruikers over binnenkomende boodschappen, aankondigingen, alarmen, feedback over gebruikersacties, status van een proces en foutmeldingen. Deze moeten op natuurlijke wijze de aandacht trekken, zonder dat de gebruiker dit heeft hoeven aanleren.
  • Maak het heel vanzelfsprekend dat gebruikersinput wordt verwacht, bijvoorbeeld door animaties, knipperen, ontwerp van knoppen en invoervelden.

Aanraders

  • Gebruik veel witte ruimte en kleur om de aandacht te trekken.
  • Maak een goed onderbouwde keuze voor het gebruik van presentatie-modaliteiten.
  • Gebruik een enkele kolom voor de inhoud.
  • Als een boodschap urgent is of een directe actie vergt, moet het systeem de aandacht trekken van de gebruiker, bij­voor­beeld door visuele effecten (flikkeren) of geluidssignalen.
  • Gebruik bij een complexe boodschap een tekstveld. Overweeg om die automatisch voor te laten lezen (spraaksynthese).
  • Gebruik voor een­voudige, korte berichten, bij voor­keur een audio-notificatie. Audio is minder af­leidend en onderbreekt niet de gebruikersacties.
  • Maak de fysieke afstand tussen gerelateerde teksten en objecten zo klein mogelijk, plaats bij­voor­beeld tekst op knoppen en vragen dicht bij de ant­woordopties.
  • Presenteer de resultaten van gebruikersacties binnen het huidige aandachtsgebied van de gebruiker (bij­voor­beeld direct rechts van of beneden het invoerveld).

Afraders

  • Gebruik geen af­leidende functies, tekst of afbeeldingen.
  • Vermijd lange lijsten door informatie in kaders samen te brengen.
  • Vermijd advertenties, pop-ups of links naar andere pagina’s.
  • Realiseer je dat multimodale informatie niet altijd beter begrepen wordt.
  • Vermijd achtergrondgeluid en plaatjes die af­leiden, gebruik ze wel als je de aandacht van de gebruiker wil vangen.
  • Verdeel de tekst die bij elkaar hoort niet voer verschillende schermen.

Categoriseren

  • Categoriseer elementen op basis van een uniek kenmerk (waar wordt het voor gebruikt) of een situationeel kenmerk (waar wordt het gebruikt), wat betekenis heeft voor de gebruiker.
  • Menu-opties moeten tot dezelfde klasse behoren. Gevolgen van keuzes moet duidelijk gemaakt worden.
  • Keuzemenu’s moeten een consistent formaat hebben. Bied bijvoorbeeld knoppen aan met plaatjes en korte teksten voor elke categorie of commando.

Denken (redeneren)

  • Categoriseer elementen op basis van een uniek kenmerk (waar wordt het voor gebruikt) of een situationeel kenmerk (waar wordt het gebruikt), wat betekenis heeft voor de gebruiker.
  • Menu-opties moeten tot dezelfde klasse behoren.
  • Gevolgen van keuzes moet duidelijk gemaakt worden.
  • Keuzemenu’s moeten een consistent formaat hebben. Bied bijvoorbeeld knoppen aan met plaatjes en korte teksten voor elke categorie of commando.
  • Gebruik animaties om concepten die te maken hebben met tijd, processen, verhalen en oorzaak/effect-relaties over te brengen.
  • Elk scherm moet zo veel mogelijk dezelfde opbouw hebben.
  • Bied voldoende aanwijzingen en hulp als onverwachte gebeurtenissen optreden die de normale gang van zaken verstoren.

Aanraders

  • Geef concrete voor­beelden bij abstracte informatie.
  • Plaats objecten en teksten die bij elkaar horen dicht bij elkaar.
  • Gebruik afbeeldingen om relaties tussen objecten weer te geven.
  • Afbeeldingen moeten passen bij de wereld van de gebruiker (let bij­voor­beeld op diversiteit in etniciteit, leeftijd, sociale status, zonder stereo­typen te gebruiken).
  • Maak het mogelijk voor de gebruiker om zelf data ruimtelijk te ordenen (bij­voor­beeld samenbrengen van eerder gebruikte documenten).
  • Plaats de meest populaire opties of nieuw beschikbare opties in een menu bovenaan.
  • Maak gebruik van geneste categorieën, zodat de gebruiker steeds maar uit een beperkte lijst met opties hoeft te kiezen.
  • Gebruik visuele middelen, zoals grote iconen en kleurcodering, als een geheugensteuntje voor relaties tussen categorieën.
  • Maak een logisch verband tussen een vraag of instructie en de ant­woordmogelijkheden. Herhaal de vraag in de ant­woorden.
  • Plaats afbeeldingen in een natuurlijke, logische volgorde.
  • Help gebruikers om niet te verdwalen in hun proces, gebruik een­voudige reminders.

Afraders

  • Gebruik geen alfabetische ordening van elementen (die is nietszeggend voor laag­geletterden).
  • Let er op dat afbeeldingen niet kinderachtig zijn.
  • Forceer gebruikers niet om data in een voor­geschreven formaat (bij­voor­beeld een lijst) te ordenen.
  • Beperk het aantal opties in een menu.
  • Vermijd menu’s waar scrollen voor nodig is, omdat opties dan verborgen zijn.
  • Gebruik zo min mogelijk menu-hiërarchieën.
  • Vermijd onnodige stappen in een proces.
  • Als de gebruiker gegevens invoert, ververs dan niet de pagina, zodat de locatie van het invoerveld verandert.

Problemen oplossen

  • Probeer om fouten te vermijden. Zorg ervoor dat incorrecte invoer onmogelijk wordt gemaakt.
  • Als fouten toch voorkomen moet het systeem begeleiding en hulp geven. Leg de fout duidelijk uit en begeleid de gebruiker bij wat vervolgens te doen.
  • Als een fout niet hersteld kan worden, laat dan zien wat de consequentie is.

Aanraders

  • Waarschuw gebruikers als een actie potentieel serieuze consequenties kan hebben, zoals het verwijderen van een bestand.
  • Bied altijd een ‘undo’-functie aan om een fout te herstellen.
  • Geef een­voudige, duidelijke instructies om invoer van gebruikers te corrigeren.
  • Plaats foutmeldingen bij het relevante veld.
  • Geef regelmatig een tussentijds overzicht, zodat fouten in een vroeg stadium geïdentificeerd en gecorrigeerd kunnen worden.

Afraders

  • Voor­kom dat gebruikers terug moeten gaan om een fout te herstellen.

Auditief begrip

Hoe zorg je ervoor dat je boodschap gehoord en begrepen wordt?

Aanraders

  • Be­denk dat het voor sommige gebruikers lastig is om de betekenis van geluidssignalen te ont­houden, overweeg om korte gesproken boodschappen te gebruiken.
  • Spraak is geschikt om persoonlijk contact met de gebruiker te krijgen. Als het mogelijk is, spreek de gebruiker dan direct aan (gebruik de naam van de gebruiker).
  • Bied de mogelijk­heid aan om met een menselijke helpdesk in contact te komen, bij­voor­beeld telefonisch.
  • Gebruik korte, maar volledige zinnen in gesproken berichten. Verwijs niet naar abstracte concepten.

Afraders

  • Beperk het aantal opties dat wordt voor­gelezen in een spraakinterface. Geef de gebruiker de mogelijk­heid om tussentijds al een keuze te maken of om opties als voor­keuren aan te merken.

Taalvaardigheid

  • Structureer informatie in kleine brokken. Hoe meer gestructureerd een document is, hoe beter het is te begrijpen, voeg ook een visuele structuur toe aan het document.
  • Gebruik eenvoudige taal.
  • Gebruik iconen bij tekst, ze moeten concreet zijn en laten zien hoe je iets moet doen, gebruik bijvoorbeeld een animatie.
  • De zoekfunctie moet een centrale plaats in het systeem hebben.

Aanraders

  • Gebruik paragrafen om de structuur van de tekst duidelijk te maken.
  • Gebruik kopjes die het onderwerp van de paragraaf weergeven.
  • Tabellen kunnen helpen om tekst kort samen te vatten, wat beter te begrijpen kan zijn dan volledige paragrafen.
  • Maak het heel duidelijk dat de gebruiker bepaalde functionaliteiten kan gebruiken en maak duidelijk wat ze betekenen.
  • Wees consistent in het ont­werp en locatie op het scherm van informatie, instructies en knoppen.
  • Maak het een­voudiger voor gebruikers om content te zien en te horen, bij­voor­beeld door voor­grond en achtergrond goed van elkaar te ondersc­heiden.
  • Orden resultaten zodanig dat de meest gewenste keuzes bovenaan staan.
  • Hyperlinks moeten consistent worden gepresenteerd.
  • Sla ant­woorden van gebruikers op vragen op.
  • Gebruik korte, maar volledige zinnen in gesproken berichten. Verwijs niet naar abstracte concepten.
  • Als een gebruiker een gesproken tekst heeft gedicteerd, moet deze de mogelijk­heid krijgen om fouten in de herkende tekst te herstellen, door woorden opnieuw te dicteren, een keuze te maken uit een lijst van mogelijke correcte woorden, of zijn eigen stem op te nemen.
  • Bied de mogelijk­heid aan om verschillende talen te kiezen, of de tekst te vertalen.

Afraders

  • Vermijd de noodzaak om te scrollen.
  • Vermijd lange opsommingen. Gebruik bullets, streepjes of nummers voor korte opsommingen.
  • Hyperlinks middenin een tekst kunnen verwarrend zijn. Overweeg om ze als een lijstje aan het eind van de tekst op te nemen.