Alle mensen kunnen in hun leven tijdelijk in omstandigheden terecht komen die ze als stressvol ervaren. Van een aantal ingrijpende levensgebeurtenissen is bekend dat deze vaak stress veroorzaken. Dit zijn bijvoorbeeld trouwen, een kind krijgen, echtscheiding, de dood van een geliefde, ontslag, pensioen, een ernstige verwonding of ziekte, schuldenproblematiek en gevangenschap.
Mensen kunnen in deze omstandigheden ervaren dat ze zaken die hen normaal gesproken gemakkelijk afgaan nu erg lastig vinden. Dit kan betrekking hebben op hun ‘denkvermogen’ (informatie verzamelen en wegen, een plan maken) en hun ‘doenvermogen’ (in actie komen, met tegenslag omgaan en volhouden). Bij doenvermogen spelen persoonlijke eigenschappen als temperament, vermogen tot zelfcontrole en overtuigingen een grote rol.
Mensen met psychische aandoeningen kunnen hier veel vaker of zelfs permanent last van hebben. Het gaat hier vooral om mensen met stemmings-, angst- of middelenstoornissen. Angststoornissen komen als hoofdgroep het vaakst voor. Van alle afzonderlijke aandoeningen komt depressie het vaakst voor.
Bronnen:
https://www.stress.org/holmes-rahe-stress-inventory
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/levensgebeurtenissen
WRR: Denken is nog geen doen
trimbos.nl
Tips
Omgaan met deelnemers
Bij inclusive design worden vertegenwoordigers van de doelgroep, samen met andere stakeholders, betrokken in het ontwerpproces, zowel bij het ontwerpen als bij het (tussentijds) evalueren. De omgang met deelnemers is daarbij van groot belang, en uit zich in het proces en de setting, je houding en gedrag en de gebruikte gesprekstechnieken.Maken van notities
Notities zijn vaak een aanvulling op andere vormen van vastleggen van informatie. Bedenk vooraf welke informatie je op welke manier wilt vastleggen. Bedenk of je een notitiestructuur wilt hanteren of dat je dit open wil laten. Het is vaak handig om iemand specifiek de rol van notulist te geven, zeker als er meerdere deelnemers zijn.Evalueren met deelnemers en projectteam
Het is belangrijk om deelnemers de mogelijkheid te geven hun ervaringen over deelname te delen. Dit geeft inzicht in wat goed ging en als prettig werd ervaren door de deelnemers bij het uitvoeren van de methode of wat de volgende keer anders of beter zou kunnen.Vaardigheden
Denken (redeneren)
- Categoriseer elementen op basis van een uniek kenmerk (waar wordt het voor gebruikt) of een situationeel kenmerk (waar wordt het gebruikt), wat betekenis heeft voor de gebruiker.
- Menu-opties moeten tot dezelfde klasse behoren.
- Gevolgen van keuzes moet duidelijk gemaakt worden.
- Keuzemenu’s moeten een consistent formaat hebben. Bied bijvoorbeeld knoppen aan met plaatjes en korte teksten voor elke categorie of commando.
- Gebruik animaties om concepten die te maken hebben met tijd, processen, verhalen en oorzaak/effect-relaties over te brengen.
- Elk scherm moet zo veel mogelijk dezelfde opbouw hebben.
- Bied voldoende aanwijzingen en hulp als onverwachte gebeurtenissen optreden die de normale gang van zaken verstoren.
Aanraders
- Geef concrete voorbeelden bij abstracte informatie.
- Plaats objecten en teksten die bij elkaar horen dicht bij elkaar.
- Gebruik afbeeldingen om relaties tussen objecten weer te geven.
- Afbeeldingen moeten passen bij de wereld van de gebruiker (let bijvoorbeeld op diversiteit in etniciteit, leeftijd, sociale status, zonder stereotypen te gebruiken).
- Maak het mogelijk voor de gebruiker om zelf data ruimtelijk te ordenen (bijvoorbeeld samenbrengen van eerder gebruikte documenten).
- Plaats de meest populaire opties of nieuw beschikbare opties in een menu bovenaan.
- Maak gebruik van geneste categorieën, zodat de gebruiker steeds maar uit een beperkte lijst met opties hoeft te kiezen.
- Gebruik visuele middelen, zoals grote iconen en kleurcodering, als een geheugensteuntje voor relaties tussen categorieën.
- Maak een logisch verband tussen een vraag of instructie en de antwoordmogelijkheden. Herhaal de vraag in de antwoorden.
- Plaats afbeeldingen in een natuurlijke, logische volgorde.
- Help gebruikers om niet te verdwalen in hun proces, gebruik eenvoudige reminders.
Afraders
- Gebruik geen alfabetische ordening van elementen (die is nietszeggend voor laaggeletterden).
- Let er op dat afbeeldingen niet kinderachtig zijn.
- Forceer gebruikers niet om data in een voorgeschreven formaat (bijvoorbeeld een lijst) te ordenen.
- Beperk het aantal opties in een menu.
- Vermijd menu’s waar scrollen voor nodig is, omdat opties dan verborgen zijn.
- Gebruik zo min mogelijk menu-hiërarchieën.
- Vermijd onnodige stappen in een proces.
- Als de gebruiker gegevens invoert, ververs dan niet de pagina, zodat de locatie van het invoerveld verandert.
Aandacht en focus
- Zorg ervoor dat het scherm een rustige uitstraling heeft.
- Toon niet te veel informatie tegelijkertijd, bied het alleen aan op het moment dat het relevant is.
- Kies een titel (en eventueel een subtitel) die het onderwerp van de tekst weergeeft. Gebruik kopjes om de aandacht te vestigen op belangrijke punten en om de inhoud samen te vatten.
- Gebruik visuele middelen, zoals kleur, om belangrijke delen van de informatie aan te duiden. Hierdoor kan de gebruiker de informatie ook beter onthouden.
- Geef notificaties aan gebruikers over binnenkomende boodschappen, aankondigingen, alarmen, feedback over gebruikersacties, status van een proces en foutmeldingen. Deze moeten op natuurlijke wijze de aandacht trekken, zonder dat de gebruiker dit heeft hoeven aanleren.
- Maak het heel vanzelfsprekend dat gebruikersinput wordt verwacht, bijvoorbeeld door animaties, knipperen, ontwerp van knoppen en invoervelden.
Aanraders
- Gebruik veel witte ruimte en kleur om de aandacht te trekken.
- Maak een goed onderbouwde keuze voor het gebruik van presentatie-modaliteiten.
- Gebruik een enkele kolom voor de inhoud.
- Als een boodschap urgent is of een directe actie vergt, moet het systeem de aandacht trekken van de gebruiker, bijvoorbeeld door visuele effecten (flikkeren) of geluidssignalen.
- Gebruik bij een complexe boodschap een tekstveld. Overweeg om die automatisch voor te laten lezen (spraaksynthese).
- Gebruik voor eenvoudige, korte berichten, bij voorkeur een audio-notificatie. Audio is minder afleidend en onderbreekt niet de gebruikersacties.
- Maak de fysieke afstand tussen gerelateerde teksten en objecten zo klein mogelijk, plaats bijvoorbeeld tekst op knoppen en vragen dicht bij de antwoordopties.
- Presenteer de resultaten van gebruikersacties binnen het huidige aandachtsgebied van de gebruiker (bijvoorbeeld direct rechts van of beneden het invoerveld).
Afraders
- Gebruik geen afleidende functies, tekst of afbeeldingen.
- Vermijd lange lijsten door informatie in kaders samen te brengen.
- Vermijd advertenties, pop-ups of links naar andere pagina’s.
- Realiseer je dat multimodale informatie niet altijd beter begrepen wordt.
- Vermijd achtergrondgeluid en plaatjes die afleiden, gebruik ze wel als je de aandacht van de gebruiker wil vangen.
- Verdeel de tekst die bij elkaar hoort niet voer verschillende schermen.
Problemen oplossen
- Probeer om fouten te vermijden. Zorg ervoor dat incorrecte invoer onmogelijk wordt gemaakt.
- Als fouten toch voorkomen moet het systeem begeleiding en hulp geven. Leg de fout duidelijk uit en begeleid de gebruiker bij wat vervolgens te doen.
- Als een fout niet hersteld kan worden, laat dan zien wat de consequentie is.
Aanraders
- Waarschuw gebruikers als een actie potentieel serieuze consequenties kan hebben, zoals het verwijderen van een bestand.
- Bied altijd een ‘undo’-functie aan om een fout te herstellen.
- Geef eenvoudige, duidelijke instructies om invoer van gebruikers te corrigeren.
- Plaats foutmeldingen bij het relevante veld.
- Geef regelmatig een tussentijds overzicht, zodat fouten in een vroeg stadium geïdentificeerd en gecorrigeerd kunnen worden.
Afraders
- Voorkom dat gebruikers terug moeten gaan om een fout te herstellen.
Self-efficacy
- Het systeem moet altijd geruststellende en bemoedigende feedback geven.
- Geef notificaties aan gebruikers over binnenkomende boodschappen, aankondigingen, alarmen, feedback over gebruikersacties, status van een proces en foutmeldingen. Deze moeten op natuurlijke wijze de aandacht trekken, zonder dat de gebruiker dit heeft hoeven aanleren.
- Bied hulp en documentatie aan, die kort is, makkelijk doorzoekbaar, en in begrijpelijke taal geschreven.
Aanraders
- Maak een duidelijk onderscheid tussen normale meldingen en foutmeldingen.
- Laat het verschil zien tussen fouten veroorzaakt door de gebruiker en door het systeem.
- Bied automatische ondersteuning, zoals automatische tekstcorrectie, -suggesties of -aanvullingen van woorden.
- Geef de gebruiker voldoende tijd om tekst in te voeren en te corrigeren.
- Maak het mogelijk om naar een andere pagina te navigeren zonder ingevoerde data te verliezen (via een terugknop of via de browser).
- Feedback moet helpen om het systeem conceptueel te begrijpen, en de mogelijkheid bieden om dingen uit te proberen zonder nadelige consequenties.
Afraders
- Maak instructies niet moeilijk en lang. Gebruik geen moeilijke woorden.