Autisme

Mensen met autisme kunnen gedragskenmerken hebben die duiden op een kwetsbaarheid op de volgende gebieden: sociale interactie, communicatie, flexibiliteit in denken en handelen en het filteren en integreren van informatie.

Ik weet niet wat er gebeurt als ik een keuze maak.

Bart, 29

1% van de Nederlandse bevolking heeft een vorm van autisme. Dat zijn 190.000 mensen. Hiervan hebben 6000 mensen ook een verstandelijke beperking. Ook hebben hiervan 133.000 mensen op enig moment in hun leven een psychiatrische stoornis.

Bron: De Nederlandse Vereniging voor Autisme

Mensen met autisme kunnen gedragskenmerken hebben die duiden op een kwetsbaarheid op de volgende gebieden: sociale interactie, communicatie, flexibiliteit in denken en handelen en het filteren en integreren van informatie. De meeste mensen met autisme hebben een normale tot hoge intelligentie. Autisme wordt wel omschreven als een spectrumstoornis, hiermee wordt bedoeld dat autisme zich in veel verschillende vormen kan uiten.
Autisme heeft een grote invloed op iemands leven, onder andere doordat informatie op een andere manier wordt verwerkt in de hersenen. Daarbij gaat het ook om informatie die binnenkomt via de zintuigen; vaak is er sprake van sensorische over- of ondergevoeligheid.

Sterke punten die vaak in verband worden gebracht met autisme zijn onder andere: oog voor detail, analytisch denken, eerlijkheid, loyaliteit en technisch inzicht. Op sociaal gebied ondervinden veel mensen met autisme echter regelmatig problemen. Hun ‘sociale intuïtie’ lijkt niet goed ontwikkeld.

Met name tijdens overgangsperioden hebben mensen met autisme een relatief grote kans om vast te lopen als zij niet tijdig de juiste begeleiding krijgen. Voorbeelden zijn de overgang van basis- naar voortgezet onderwijs, of van onderwijs naar stage of werk.

Op het gebied van wonen, studeren, werken en vrijetijdsbesteding hebben mensen met autisme moeite om hun leven zelfstandig te organiseren. Zo ervaren zij moeite om het huishouden bij te houden, om zelfstandig te plannen en organiseren, raken het overzicht over taken kwijt en hebben moeite met het aanbrengen van afwisseling in de vrije tijd.

Download poster Ontwerprichtlijnen voor gebruikers met een autisme-spectrum stoornis.

Tips

Omgaan met deelnemers

tip.description: Bij inclusive design worden vertegenwoordigers van de doelgroep, samen met andere stakeholders, betrokken in het ontwerpproces, zowel bij het ontwerpen als bij het (tussentijds) evalueren. De omgang met deelnemers is daarbij van groot belang, en uit zich in het proces en de setting, je houding en gedrag en de gebruikte gesprekstechnieken.

Maken van notities

tip.description: Notities zijn vaak een aanvulling op andere vormen van vastleggen van informatie. Bedenk vooraf welke informatie je op welke manier wilt vastleggen. Bedenk of je een notitiestructuur wilt hanteren of dat je dit open wil laten. Het is vaak handig om iemand specifiek de rol van notulist te geven, zeker als er meerdere deelnemers zijn.

Evalueren met deelnemers en projectteam

tip.description: Het is belangrijk om deelnemers de mogelijkheid te geven hun ervaringen over deelname te delen. Dit geeft inzicht in wat goed ging en als prettig werd ervaren door de deelnemers bij het uitvoeren van de methode of wat de volgende keer anders of beter zou kunnen.

Vaardigheden

Visuele perceptie

  • Zorg ervoor dat het scherm een rustige uitstraling heeft.
  • Gebruik een groot contrast tussen voorgrond en achtergrond, om het gemakkelijker te maken elementen te onderscheiden.
  • Gebruik visuele middelen om belangrijke elementen te benadrukken.
  • Plaats elementen die bij elkaar horen dicht bij elkaar.

Aanraders

  • Gebruik een groot font voor de tekst.
  • Maak knoppen duidelijk herken­baar. Bij­voor­beeld door het contrast met de achtergrond te vergroten of schaduw te gebruiken.
  • Als een knop is geactiveerd, dan moet dit duidelijk visueel worden weer­gegeven.
  • Plaats tekst dicht bij de bijbehorende knop en vragen dicht bij de ant­woorden.
  • Plaatjes moeten een duidelijke lijnvoering en contrast hebben.
  • Plaats plaatjes altijd op dezelf­de locatie, zodat ze gemak­kelijk terug te vinden zijn (position recall).
  • Gebruik schaduw en kleurnuances om dunne of platte objecten weer te geven.

Auditief begrip

Hoe zorg je ervoor dat je boodschap gehoord en begrepen wordt?

Aanraders

  • Voor sommige gebruikers is het om de betekenis van geluidssignalen te ont­houden. Overweeg om korte gesproken boodschappen te gebruiken.
  • Spraak is geschikt om persoonlijk contact met de gebruiker te krijgen. Als het mogelijk is, spreek de gebruiker dan direct aan (gebruik de naam van de gebruiker).
  • Bied de mogelijk­heid aan om met een menselijke helpdesk in contact te komen, bij­voor­beeld telefonisch.
  • Gebruik korte, maar volledige zinnen in gesproken berichten. Verwijs niet naar abstracte concepten.

Afraders

  • Beperk het aantal opties dat wordt voor­gelezen in een spraakinterface. Geef de gebruiker de mogelijk­heid om tussentijds al een keuze te maken of om opties als voor­keuren aan te merken.

Taalvaardigheid

  • Structureer informatie in kleine brokken. Hoe meer gestructureerd een document is, hoe beter het is te begrijpen. Voeg ook een visuele structuur toe aan het document.
  • Gebruik eenvoudige taal.
  • Gebruik iconen of een animatie bij tekst. Ze moeten concreet zijn en laten zien hoe je iets moet doen.
  • De zoekfunctie moet een centrale plaats in het systeem hebben.

Aanraders

  • Gebruik paragrafen om de structuur van de tekst duidelijk te maken.
  • Gebruik kopjes die het onderwerp van de paragraaf weergeven.
  • Tabellen kunnen helpen om tekst kort samen te vatten. Dit kan beter te begrijpen zijn dan volledige paragrafen.
  • Maak het heel duidelijk dat de gebruiker bepaalde functionaliteiten kan gebruiken en maak duidelijk wat ze betekenen.
  • Wees consistent in het ont­werp en locatie op het scherm van informatie, instructies en knoppen.
  • Maak het een­voudiger voor gebruikers om content te zien en te horen. Bij­voor­beeld door voor­grond en achtergrond goed van elkaar te ondersc­heiden.
  • Orden resultaten zo dat de meest gewenste keuzes bovenaan staan.
  • Hyperlinks moeten consistent worden gepresenteerd.
  • Sla ant­woorden van gebruikers op vragen op.
  • Gebruik korte, maar volledige zinnen in gesproken berichten. Verwijs niet naar abstracte concepten.
  • Geef een gebruiker de mogelijk­heid om in een gesproken tekst (gedicteerd) fouten te herstellen. Door woorden opnieuw te dicteren. Door een keuze te maken uit een lijst van mogelijke correcte woorden. Of door diens eigen stem op te nemen.
  • Bied de mogelijk­heid aan om verschillende talen te kiezen, of de tekst te vertalen.

Afraders

  • Vermijd de noodzaak om te scrollen.
  • Vermijd lange opsommingen. Gebruik bullets, streepjes of nummers voor korte opsommingen.
  • Hyperlinks middenin een tekst kunnen verwarrend zijn. Overweeg om ze als een lijstje aan het eind van de tekst op te nemen.

Creativiteit (ideevorming)

  • Het systeem moet de gebruiker stimuleren om het scherm (interface) te verkennen en vertrouwd te raken met de mogelijkheden.
  • Geef notificaties aan gebruikers over binnenkomende boodschappen: aankondigingen, alarmen, feedback over gebruikersacties, status van een proces en foutmeldingen. Deze moeten op natuurlijke wijze de aandacht trekken, zonder dat de gebruiker dit heeft hoeven aanleren.
  • Maak duidelijk welke acties een gebruiker kan nemen, waarom de actie belangrijk is en wie erbij kan helpen.
  • Probeer fouten te vermijden. Zorg ervoor dat incorrecte invoer onmogelijk wordt gemaakt. Komen fouten toch voor? Dan moet het systeem begeleiding en hulp geven. Leg de fout uit en begeleid de gebruiker bij wat vervolgens te doen.
  • Schrijf eenvoudige en duidelijke foutboodschappen. Toon duidelijk het onderdeel van het systeem waar de fout aan gerelateerd is.

Aanraders

  • Is een boodschap urgent of is er directe actie nodig? Dan moet het systeem de aandacht trekken van de gebruiker, bij­voor­beeld door visuele effecten (flikkeren) of geluidssignalen.
  • Gebruik bij een complexe boodschap een tekstveld. Overweeg om die automatisch voor te laten lezen (spraaksynthese).
  • Maak het heel vanzelf­sprekend dat gebruikersinput wordt verwacht. Bij­voor­beeld door animaties, knipperen, ont­werp van knoppen en invoervelden.

Privacy

  • Moeten gebruikers ergens toestemming voor geven? Leg dan duidelijk uit wat de opties zijn. Zorg ervoor dat elke privacy-stelling op zichzelf te lezen en begrijpen is (geen verwijzing naar andere stellingen).
  • Wordt er spraak gebruikt voor invoer of uitvoer? Dan mag het niet mogelijk zijn dat andere personen kunnen meeluisteren (gebruik koptelefoon).
  • Het systeem moet vertrouwen wekken en veilig zijn.

Aanraders

  • Laat op een bevestigingspagina altijd zien welke opties gebruikers hebben geselecteerd. Bied de mogelijk­heid om hier nog dingen aan te veranderen of te annuleren.

Afraders

  • Spraak is geschikt voor persoonlijk contact, maar gebruik het niet voor persoonlijke informatie.