Taalvaardig­heid

  • Structureer informatie in kleine brokken. Hoe meer gestructureerd een document is, hoe beter het is te begrijpen. Voeg ook een visuele structuur toe aan het document.
  • Gebruik eenvoudige taal.
  • Gebruik iconen of een animatie bij tekst. Ze moeten concreet zijn en laten zien hoe je iets moet doen.
  • De zoekfunctie moet een centrale plaats in het systeem hebben.

Aanraders

  • Gebruik paragrafen om de structuur van de tekst duidelijk te maken.
  • Gebruik kopjes die het onderwerp van de paragraaf weergeven.
  • Tabellen kunnen helpen om tekst kort samen te vatten. Dit kan beter te begrijpen zijn dan volledige paragrafen.
  • Maak het heel duidelijk dat de gebruiker bepaalde functionaliteiten kan gebruiken en maak duidelijk wat ze betekenen.
  • Wees consistent in het ont­werp en locatie op het scherm van informatie, instructies en knoppen.
  • Maak het een­voudiger voor gebruikers om content te zien en te horen. Bij­voor­beeld door voor­grond en achtergrond goed van elkaar te ondersc­heiden.
  • Orden resultaten zo dat de meest gewenste keuzes bovenaan staan.
  • Hyperlinks moeten consistent worden gepresenteerd.
  • Sla ant­woorden van gebruikers op vragen op.
  • Gebruik korte, maar volledige zinnen in gesproken berichten. Verwijs niet naar abstracte concepten.
  • Geef een gebruiker de mogelijk­heid om in een gesproken tekst (gedicteerd) fouten te herstellen. Door woorden opnieuw te dicteren. Door een keuze te maken uit een lijst van mogelijke correcte woorden. Of door diens eigen stem op te nemen.
  • Bied de mogelijk­heid aan om verschillende talen te kiezen, of de tekst te vertalen.

Afraders

  • Vermijd de noodzaak om te scrollen.
  • Vermijd lange opsommingen. Gebruik bullets, streepjes of nummers voor korte opsommingen.
  • Hyperlinks middenin een tekst kunnen verwarrend zijn. Overweeg om ze als een lijstje aan het eind van de tekst op te nemen.